• 0187 65 22 33
  • meesterjanwillem apenstaartje groep78.com
  • Korteweegje 7, Nieuwe-Tonge

Computeropdracht Werkstuk Goeree-Overflakkee

Werkstuk Goeree-Overflakkee

Een werkstuk waar je een maand de tijd voor hebt, waar je alleen op school aan kunt werken.

Dit werkstuk gaat over ons eiland, waar wij op wonen.


Maak je werkstuk via de stappen die je hieronder staat.
Voordat je het werkstuk gaat maken, maak je eerst het woordveld dat je onderaan deze pagina kunt vinden en kunt invullen. Ben je klaar ? Deel m dan met de meester.



Stappenplan voor je werkstuk:

Werkstuk

Hoe ziet een werkstuk eruit?

Voorblad ( 1 pagina)
Op een voorblad staan de volgende dingen:
-de naam;
-de groep waar je in zit;
-het onderwerp van je werkstuk;
-een plaatje van iets wat te maken heeft met je onderwerp

Inhoudsopgave: (1 pagina)
Dit is een lijst van wat op welke bladzijde staat. Kijk maar in de laatste schoolkrant voor een voorbeeld of in een boek.

Inleiding. (1 pagina)
In de inleiding staat wat je onderwerp is. Waarom je voor dat onderwerp hebt gekozen. Hoe je het werkstuk maken hebt aangepakt. Je vertelt ook in het kort waar je het over gaat hebben (wat er in de hoofdstukken staat).

Kern.
De kern bestaat uit verschillende onderwerpen (dat zijn je hoofdstukken). Ieder hoofdstuk bestaat uit een verschillend onderwerp. Het hoofdstuk is minimaal 1 pagina groot en maximaal 2 pagina’s.
In je werkstukken moeten minstens drie hoofdstukken zitten en maximaal 5 hoofdstukken. Ieder hoofdstuk heeft een kopje.
Als dat nodig is dan kun je er ook plaatjes bij plakken. Maximaal 2 per pagina, met de tekst langs het plaatje.

Afsluiting (1 pagina)
In de afsluiting zet je een korte samenvatting van de dingen die je hebt ontdekt en vertel je wat je leuk vond aan het werkstuk maken of wat je moeilijk vond.

Bibliografie (op de laatste pagina)
Dit is een lijst met de informatie die je hebt gebruikt (de boeken, de internet pagina’s, de informatie pakketten enz.)
Voor je werkstuk moet je minstens 4 dingen gebruiken waar je informatie uithaalt.
Daarvan mag er ook het nodige van internet komen, maar probeer te voorkomen dat het werkstuk alleen maar ‘plakken en knippen’ wordt. Wij moeten kunnen merken dat je weet waar je het over hebt.

Let goed op de volgende punten:
-De Lay-out. Je werkstuk moet er netjes en verzorgd uitzien. Gebruik 1 hetzelfde lettertype. Lettergrootte 16.
-Alles moet dus zo veel mogelijk op de computer worden gedaan. Dit werkstuk maken we op school, onder schooltijd.
-Maak eerst een woordveld over je onderwerp. Dit woordveld staat onderaan deze pagina.
-Je kunt op verschillende manieren aan plaatjes komen (boeken, internet, inscannen)
Neem geen stukken over van internet, maar zet alles om in je eigen woorden.
-Let goed op je spelling. Kijk alles goed na en vraag ook hulp daarbij van je klasgenoten.

Bij alles geldt: Als je er niet uitkomt of je loopt tegen een probleempje aan: Vraag het aan de juf of aan de meester. Dan kan zij / hij je verder helpen. Het is alleen wel de bedoeling dat het JOUW werkstuk blijft.

Succes !!!

Meester Jan Willem

DOWNLOAD: